Heb je vragen, stel ze me en indien ze nuttig zijn als informatiebron voor anderen dan zal ik de antwoorden plaatsen in dit hoekje... 


Vraag : Staat er een vervaldatum op een valschermuitrusting en hoe bepaal je de waarde van een rig bij de aan- of verkoop ?

Antwoord : Ja, inderdaad een setje of rig bestaat zoals je misschien al wist uit 4 componenten…zijnde het harnas, de hoofd-koepel, de reserve-koepel en de AAD (Automatisch Activation Device). Elke component heeft zijn maximale levensduur.

Een reserve mag maar maximaal 20 jaar gebruikt worden of maximum 20 sprongen (wat het eerst komt, bepaalt theoretisch de levensduur, in de praktijk is het bijna altijd zo dat er minder dan 20 sprongen gedaan worden met een reserve en bijgevolg de looptijd steeds 20 jaar is…vandaar dat de waarde van een reserve bepaald wordt door de resttijd die de koepel nog heeft. Wetende dat een spiksplinternieuwe reserve +/- 1000 € kost geeft dit dus een restwaarde van 1000 € / 20 j = 50 €/jaar…Dus bvb een reserve die gefabriceerd werd in 1992 heeft een resttijd van nog 4 jaar en is bij gevolg +/- 200 € waard)

 

Bij een hoofdkoepel is dat anders. De maximale levensduur is hiervoor 30 jaar. In de praktijk springt er niemand meer met een hoofdkoepel die 30 jaar oud is omdat die na een aantal sprongen meestal versleten is. De restwaarde wordt meestal bepaald door het aantal sprongen dat de koepel reeds gemaakt heeft en door de staat van de lijnen. Er bestaat hiervoor niet echt een regel, dan wel…des te beter hij eruit ziet , des te meer waarde hij gaat hebben.

 

Een harnas heeft een looptijd van 25 jaar. En hierbij geldt ook zo wat de regel van de hoofdkoepel. Des te beter het eruit ziet, des te meer waarde het gaat hebben.

 

Wat betreft de AAD wordt de waarde veeleer bepaald door het type. De 3 meest gebruikte types van AAD op de markt die gebruikt worden bij het sportvalschermspringen, zijn : een Cypres, een Vigil en een Argus. In 2007 werd voor een Cypres en Vigil versie II van deze AAD geïntroduceerd. 

De levensduur voor een Cypres I bedraagt 12 jaar + 3 maand en 12 jaar + 6 maand voor een Cypres II. Om de afschrijvingswaarde per jaar te berekenen voor een Cypres I neem je de aanschafwaarde +/- 1180 € en tel je hierbij de kosten van 2 jaarlijkse nieuwe batterijen (+/- 75 €) en de 4 jaarlijkse inspectie door Airtec (+/- 230 €). Zodoende komen we op een totaal bedrag voor een Cypres I van 1180€ (aankoop) + 75€ (batterij na 2jaar) + 230€ (nazicht Airtec na 4j) + 75€ (batterij na 6jaar) + 230€ (nazicht Airtec na 8j) + 75€ (batterij na 10j) = 1865€. Delen we dit totaal door 12,25 jaar dan bekomen we een afschrijving van +/- 150 € per jaar. Dus een Cypres I met nog een looptijd van 2 jaar is bijgevolg +/- 300€ waard.

Voor een Cypres II is die berekening vergelijkbaar met dat verschil dat het 4 jaarlijks nazicht van een Cypres II slechts 150€ kost en er geen batterijen dienen vervangen te worden om de 2 jaar. Alzo komt de totaal kost voor een Cypres II op 1180€ (aankoop) + 150€ (nazicht Airtec na 4j) + 150€ (nazicht Airtec na 8j) = 1480€. Delen we dit totaal door 12,50 jaar dan bekomen we een afschrijving van +/- 120 € per jaar. Dus een Cypres II met nog een looptijd van 2 jaar is bijgevolg +/- 240€ waard.

De levensduur van een Vigil en een Argus bedraagt 20 jaar. Een Vigil kost +/- 1080€ en een Argus +/- 1150€. De afschrijvingswaarde is bijgevolg +/- 55 € per jaar. Wel een belangrijk verschil waar je dient mee rekening te houden bij de aan- of verkoop van een 2de handsrig. 


Vraag : Wat moet men doen om rigger te kunnen worden en is dit lonend ?

Antwoord : om rigger te kunnen worden moet je een cursus volgen en een bijhorend theoretisch en praktisch examen afleggen. Eénmaal je de kwalificatie van SeniorRigger hebt, dan kan men pas ten vroegste na een 5-tal jaar de cursus master Rigger volgen waarvoor je dan wederom een theoretisch en praktisch examen dient af te leggen. Deze cursussen worden in België georganiseerd door de BPRA (Belgian Parachute Rigger Association) en slechts enkel wanneer er behoefte is om nieuwe riggers bij te vormen. Dit kan bvb zijn wanneer een aantal riggers gestopt zijn met hun activiteiten. Een bepaalde vooropleiding heb je niet nodig, wel een portie gezond verstand en vooral een enorme zin voor verantwoordelijkheid.

Of dit lonend is of niet wordt natuurlijk voor een deel bepaald door de hoeveelheid energie je erin steekt. Maar ik kan je verzekeren dat als je naar de letter van de wet dit uitoefent, zij het als bijberoep, zij het als voltijds beroep, dan zal je er zeker en vast niet rijk van worden en volgens mij kan je er helemaal niet van leven. De investering (dus de kosten) is aanzienlijk om te starten met riggen (aanschaf naaimachines en materialen) en ook de periodieke vaste kosten (Sociale bijdrages, BTW, telefoonkosten, verwarming, verlichting, etc) lopen aardig op...Hiermee wil ik niet zeggen dat je er niks kan aan overhouden, maar als je het uurloon berekent van de opbrengst van het riggen, dan is dat niet echt om naar huis over te schrijven...en zijn er beter betaalde activiteiten dan riggen...

Riggen doe je, omdat je een passie hebt voor 't skydiven...En om skydiven veilig te houden... 


 Vraag : Waar moet ik op letten bij de aanschaf van 2de hands materiaal ?

Antwoord :  Let op : het aantal geciteerde sprongen in deze uitéénzetting is slechts indicatief.

Het harnas : Eén van de belangrijkste zaken bij de keuze van je eigen materiaal is er voor te zorgen dat het harnas je voldoende goed past. Om dit te checken doe je het volgende : pas het harnas indien mogelijk steeds met beide koepels in gevouwen toestand. Span de beide beenriemen aan en sluit ook de borstriem zoals je zou doen om met het rig te springen. De bevestigingsring voor het 3-ringsysteem zou in correcte toestand moeten zitten ter hoogte van je sleutelbeenderen. Zit deze ring lager, dan is het harnas waarschijnlijk te klein en omgekeerd dan is het harnas waarschijnlijk te groot. Een ander controlepunt wat betreft de maat van het harnas is de plaats waar de hoofdriem (vertikale band, links en rechts aan je harnas die van onder naar boven loopt) kruist met de beenriem. Deze kruising zou moeten zitten ter hoogte van je heupbeen. Zit deze kruising hoger dan is het harnas te klein voor je. Zit deze kruising wel correct op zijn plaats maar kan je de hoofdriem niet genoeg aanspannen door de beenriemen bij te spannen dan is het harnas te groot. Het hoeft geen verder betoog dat deze richtlijnen OK moeten zijn om de nodige veiligheid en comfort te bieden.     

Slijtage aan het harnas komt meestal op een aantal belangrijke plaatsen tot uiting. Enerzijds heb je de rugzijde van het harnas. Door de wrijving van je rug tegen de achterzijde van het harnas tijdens het openen van je valscherm, vertoont na verloop van sprongen dit vlak schuurvlekken die de plaatsing van de harnasriemen in de rugzijde van het harnas tonen. Een 2de plaats waar slijtage tot uiting komt, zijn de beenriemen. Door het herhaaldelijk aanspannen en losschuiven van de beenriemen beginnen deze aan de zijkanten te pluizen. Een harnas waarbij beide kenmerken opvallend terug te vinden zijn heeft zonder twijfel meer dan 1000 sprongen op zijn actief. De nieuwere generatie harnassen heeft dikwijls een "Spacer foam back pad". Hiermee bedoel ik een zachte kussenachtige laag met allemaal kleine gaatjes. Op dergelijke rugzijde is slijtage door schuren minder herkenbaar. Verder moet je best ook wat aandacht schenken aan de staat van de hangriemen (risers). Na een 1000-tal sprongen hebben die meestal hun beste tijd gehad. Dit merk je dan aan het pluizen van de zijkanten van de risers (dikwijls ten gevolge van de velcro hechting voor de toggles.  

De hoofdkoepel : Enerzijds is slijtage hier na verloop van sprongen meestal te zien rondom het merkpaneel aan de bovenzijde in 't midden van de koepel. Deze plaats is onderhevig aan extra slijtage, daar tijdens de opening en door de manier van plooien dit vlak steeds tegen de wanden van de POD schuurt. Een manier om deze slijtage te visualiseren, is de koepel omhooghouden tegen het zonlicht of kunstlicht en alzo trachten gaatjes te detecteren. Zijn er geen gaatjes te vinden, dan heeft de koepel vermoedelijk minder dan 300 à 400 sprongen. Vind je wel een aantal gaatjes dan spreken we waarschijnlijk over een koepel die tussen de 500 en 750 sprongen heeft. Merk je zeer veel kleine gaatjes, dan heeft de koepel naar alle waarschijnlijkheid meer dan 1000 sprongen en zelfs misschien meer dan 1500 sprongen...

Anderzijds zie je ook de graad van slijtage binnen in de koepel aan de cross-ports. Dit zijn de uitgesneden cirkels in de ribben tussen 2 cellen. De cross-ports aan de buitenzijde van de koepel hebben het harder te verduren bij de opening van je valscherm dan deze meer centraal naar de binnenzijde van je koepel toe. Wanneer de rondingen meer op rechthoeken beginnen te lijken en de hoeken beginnen te pluizen, dan heeft de koepel zeker en vast meer dan 500 sprongen op zijn actief en misschien wel stilaan 1000.

Een andere parameter om de graad van slijtage van je koepel te bepalen, is de staat van de lijnen. Ik vermeld hier doelbewust niet de HMA noch Vectran lijnen, vermits deze uitsluitend gebruikt worden op kleine, hoogperformante koepels en dit is geen spek voor de bek van leerling skydivers. Wat betreft lijnen moet je weten dat er voor microlines (dit zijn de dunne witte lijntjes, ook wel spectra lijnen genoemd) er meestal 2 maten gebruikt worden. Ofwel de zeer dunne 525 lbs (pond), ofwel de iets dikkere 725 / 825 lbs. Kenmerkend voor de dunne microlines is dat deze slechts maximaal 500 sprongen meegaan en dan alvast moeten vervangen worden. De dikkere versie is dan weer op zijn beurt goed voor zowat 800 à 1000 sprongen. Het aantal sprongen dat je met een lijnset kan maken, wordt veeleer bepaald door de locatie waar je je koepel plooit (een ruwe of zachte ondergrond) en ook wel de staat van je slider. Bij oudere modellen koepels vinden we nog sporadische koperen ringen (grommets) terug en die zijn meer onderhevig aan minuscule krasjes waardoor lijnen veel sneller verslijten.

Tip : Na verloop van tijd en sprongen wordt een lijnset vervangen. Een manier om te detecteren of een lijnset al dan niet reeds vervangen werd, is namelijk de "bartack" op de A-lijnen vergelijken met deze op de B-lijnen. Zien ze er gelijkaardig uit, dan is de kans groot dat je nog met een originele lijnset te doen hebt. Zoniet is de kans groot dat voor betreffende koepel de lijnen reeds vernieuwd werden.


Vraag : Welk onderhoud kan ik zelf doen aan mijn valscherm en hoef ik niet voor op controle naar mijn rigger ?

 Antwoord :  Er zijn een aantal handelingen die je als springer zelf mag (en eigenlijk zelfs "moet") uitvoeren voor het onderhoud en ter preventie van je eigen veiligheid en die van anderen, zoals daar zijn :

Het vervangen van de sluitloop van de hoofdcontainer. Verander je sluitloop steeds in geval van twijfel of ie nou eigenlijk wel al hard genoeg versleten is al dan niet. De kostprijs van een loop weegt niet op tegen het risico dat men zou scheppen door te laat of niet een versleten sluitloop te vervangen. Vergeet niet steeds een metalen rondelletje voor de knoop in het touwtje van de sluitloop te plaatsen om te vermijden dat de loop door de grommet van de sluitflap zou schieten !!!

Het reinigen van de gele afwerpkabels aan je cut-away kussentje. Deze kabels worden na verloop van sprongen vuil door het schuren tegen de metalen "housing". Door het vuilbeslag wordt het trekken van je afwerpkussen stroef en lastig en dat is waarschijnlijk het laatste dat je wil wanneer je daarboven in de problemen zit en moet overgaan tot een noodprocedure. Trek het kussentje uit de flexibele metalen "housing". Reinig de beide kabels met een wollen doek die je eerst bespoten hebt met een siliconenspray. Dit product vind je in de meeste doe-het-zelf zaken. Het reinigen van deze kabels zal je rigger ook steeds minstens doen tijdens de jaarlijkse keuring van je rig. (Ik doe dit zelfs bij elke repack). Tijdens dit onderhoudswerkje is het dan ook het ideale moment om je 3-ring systeem te checken op eventuele abnormaliteiten. Maak de ringen los zonder echter je risers te veranderen en draai elke ring rond om na te kijken of ze nog mooi rond zijn. Zeer harde openingen hebben al eens tot gevolg gehad dat ringen ovaal getrokken werden en dat zou kunnen aanleiding geven tot het incorrect functioneren van je afwerpsysteem. Controleer tevens ook de staat van het lusje op de risers en maak de webbing waar de ringen aan vastzitten soepel door wat heen en weer te bewegen. Monteer nadien alles terug zoals voorheen. Misschien is het aan te bevelen om, vooraleer van start te gaan met deze klus, best even goed te checken hoe het 3-ringsysteem gemonteerd zit, zodat je het nadien niet foutief monteert.

Het reinigen van de beenriemen : Na een onfortuinlijke landing zie je al eens wat springers rondlopen met beenriemen die besmeurd en vuil zijn. Je kan deze dan best reinigen in een lauw sopje van niet-agressieve zeep (bvb sunlight). Draag er wel zorg voor je reservecontainer niet vochtig te maken, zodat de reservekoepel niet zou gaan schimmelen nadien. En laat vooral goed drogen alvorens je rig op te bergen.


 (deze tekst wordt weldra aangevuld)